Dat stelt AWVN op basis van haar ledenenquête We blijven thuiswerken – met andere vergoedingen. De werkgeversvereniging adviseert werkgevers die reiskosten en/of thuiswerkkosten willen vergoeden om een ‘waarjewerkt-budget’ in te voeren. Uit zo’n per werknemer vast te stellen potje kan de werkgever de betreffende vergoedingen betalen al naar gelang de gemaakte kosten en het aantal gereisde kilometers.
Uit het AWVN-onderzoek blijkt dat 95% van de werkgevers verwacht dat hun medewerkers na afloop van de coronacrisis één of meerdere dagen thuiswerken. Twee dagen per week thuiswerken lijkt daarbij de norm.
Thuiswerkvergoeding
Een op de vijf deelnemende werkgevers geeft nu al een thuiswerkvergoeding aan medewerkers. Een thuiswerkvergoeding is vooral populair binnen de publieke sector (44%) en bij grotere organisaties (vanaf 5000 medewerkers). Daarbij is een bedrag van € 2,- per dag gebruikelijk. Dit komt overeen met het bedrag dat werknemers volgens het Nibud aan extra kosten maken als zij thuiswerken.
Twee van de vijf werkgevers ervaren binnen de huidige belastingwetgeving beperkingen voor het thuiswerkbeleid. Werkgevers zouden graag zien dat een thuiswerkvergoeding belastingvrij kan worden gegeven, net als de woonwerkvergoeding.
Drie op de vier werkgevers overwegen bestaande vergoedingen voor mobiliteit en thuiswerken aan te passen. Hierbij wordt vooral gedacht aan de invoering van een thuiswerkvergoeding en een lagere woonwerkvergoeding. Werkgevers willen ook af van de vaste woonwerkvergoeding en willen alleen de daadwerkelijke reizen vergoeden.
Arbovoorzieningen
Twee op de drie werkgevers bieden arbovoorzieningen aan voor het thuiswerken, zoals een bureau of bureaustoel. 90% van de werkgevers biedt daarnaast computers, mobiele communicatiemiddelen en aanverwante apparatuur (printer, beeldscherm, enz.) aan.
De AWVN-enquête We blijven thuiswerken – met andere vergoedingen werd eind oktober en begin november 2020 gehouden. Aan het ledenonderzoek namen bijna 400 werkgevers deel. Zij vormen een goede afspiegeling van het Nederlandse bedrijfsleven met de kanttekening dat grote (1000+) bedrijven enigszins oververtegenwoordigd zijn.