Bij de uitwerking van deze maatregelen is begin dit jaar het Tabaks- en rookwarenbesluit gewijzigd. Door de wetswijziging geldt het rookverbod voor alle ruimtes binnen de instellingen die onder het rookverbod vallen. De NVWA houdt toezicht op het handhaven van het rookverbod. Bij overtreding van het rookverbod kan de NVWA overgaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete. De boete wordt opgelegd aan de werkgever van wie de ruimte is waar wordt gerookt, omdat die verantwoordelijk is voor de verplichting tot het instellen, aanduiden en handhaven van het rookverbod.
Het aangekondigde verbod geldt voor rookruimtes. Het gaat in dit geval om de rookruimtes in de ruimten, gebouwen en inrichtingen waar werknemers hun werkzaamheden verrichten of plegen te verrichten.
Bij de rookruimtes die per 1 januari niet meer zijn toegestaan, moet het gaan om een afsluitbare ruimte. Een werkgever kan wel besluiten om een abri op het bedrijfsterrein beschikbaar te stellen voor rokers. Een abri is doorgaans geen afsluitbare ruimte en valt dus straks niet onder het rookverbod. Verder mag er buiten op het bedrijfsterrein of bij de ingang worden gerookt, tenzij de werkgever dat verbiedt. In dat geval moet de werkgever er rekening mee houden dat verstokte rokers elders gaan roken. Het is raadzaam om na te gaan wat dat in de praktijk betekent en of het nodig is hier afspraken over te maken.
De werkgever is niet verplicht een rookplek te verschaffen. Op de openbare weg mag een werknemer in principe roken, tenzij dat rookoverlast oplevert voor de collega’s binnen. Overigens heeft de ondernemingsraad (OR) instemmingsrecht ten aanzien van het rookbeleid. Het is voor werkgevers dus zaak om tijdig actie te ondernemen als ze hun rookbeleid willen wijzigen voor 2022.