Volgens cijfers van het CBS werken van de ruim 8 miljoen werknemers bijna 3 miljoen thuis. 62 procent zegt dat op incidentele basis te doen. Sinds vorig jaar is er zelfs een wet die werknemers meer mogelijkheden geeft om op voor hen gunstige tijden te werken én om thuis te werken. Lange tijd is thuiswerken bejubeld: minder kantoorruimte, minder filedruk, gemotiveerder personeel. Maar die tijd is geweest, zegt arbeidsmarktdeskundige Ton Wilthagen in het Dagblad van het Noorden. “Thuiswerken is over zijn hoogtepunt heen,” luidt zijn conclusie.
De productiviteit en motivatie van de thuiswerkende medewerker schiet in het begin omhoog, maar dit is slechts van korte duur. De medewerker voelt zich na verloop van tijd ‘vrij’ om even tussendoor boodschappen of andere activiteiten te doen. Bovendien komt volgens Wilthagen thuiswerken de promotiekansen ook niet bepaald ten goede, doordat mensen letterlijk uit beeld raken. Zeker als zij meer dan een dag in de week thuis aan het werk zijn.
Schouder aan schouder samenwerken
“Mensen werken beter op één plek waar ideeën snel zijn uit te wisselen en beslissingen sneller zijn te nemen en we flexibeler kunnen omgaan met de continue veranderingen in onze wereldwijde markten,” zegt woordvoerder Martin Chris van Honeywell. De Amerikaanse multinational volgt daarmee IBM en Yahoo, die onlangs ook het thuiswerken terugschroefden. “In snelle sectoren waar alles om innovatie draait, is schouder aan schouder samenwerken beter,” zegt Michelle Peluso, de nieuwe chief marketing officer. Elkaar fysiek zien en spreken levert snelle communicatie, wendbaarheid, creativiteit en echte ‘leerervaringen’ op, zo luidt de reactie.
En dan is er volgens Wilthagen nog een andere trend die het thuiswerken in de wielen rijdt: de grote, traditionele organisaties krimpen in, ze werken met een groter wordende flexibele schil en dat maakt de behoefte groter om een ‘vaste’ groep mensen op kantoor te hebben.