Het aandeel Nederlanders dat verwacht na de coronacrisis te blijven thuiswerken, is de afgelopen maanden bijna verdubbeld. Bovendien kijken ze er positiever tegenaan dan enkele maanden terug.

Dit blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) onder ruim tweeduizend Nederlanders. In een eerder onderzoek dat eind maart en begin april is uitgevoerd, zei één op de vier respondenten te verwachten na de coronapandemie te blijven thuiswerken. In het vervolgonderzoek van eind juni en begin juli was dat percentage bijna verdubbeld tot 45 procent.

Ook zijn de deelnemers aan het onderzoek inmiddels positiever over het feit dat ze niet meer naar kantoor hoeven te komen. Bij de eerste peiling was 61 procent van de ondervraagden positief over thuiswerken, bij de tweede ronde was dat aandeel gegroeid tot 71 procent.

Mindere kanten

Tegelijkertijd signaleren de respondenten ook minder positieve kanten als gevolg van het structureel thuiswerken. Zo worstelt één op de drie ondervraagden met het vinden van de juiste balans tussen werk en privé. Een kleiner deel ondervindt fysieke klachten (17 procent) of mentale klachten (10 procent).