Een meerderheid van de thuiswerkers is thuis productiever dan op kantoor. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek onder ruim 40.000 kantoorwerkers bij onder meer de Rijksoverheid. Een goede werk-privébalans en de tevredenheid over thuiswerken blijken een aanwijsbare positieve invloed te hebben op de productiviteit van thuiswerkers.

CfPB-onderzoeker Bartele Hoekstra: “We willen kennis verschaffen over de wijze waarop je thuiswerken het beste kunt implementeren. Dat is ook na de coronaperiode van groot belang.”

Het onderzoek We Werken Thuis werd uitgevoerd door het Center for People and Buildings (CfPB), Aestate/Ontrafelexperts, TU Delft en TU Eindhoven. In de periode april-december 2020 werden ruim 40.000 thuiswerkers via negen wekelijkse vragenlijsten gevraagd naar hun ervaringen met thuiswerken. Vragen die in het onderzoek aan de orde kwamen hadden onder meer betrekking op de werkzaamheid van de (communicatie)technologie, het aansturen van medewerkers en de beleving van de sociale cohesie binnen organisaties. Ook was er aandacht voor de inrichting van de thuiswerkplek en de ervaren productiviteit van thuiswerkers.

Balans

Uit analyse van de antwoorden op dit laatste gebied komt een aantal opvallende relaties naar voren, die samenhangen met de individuele situatie van de thuiswerker, het werkproces en de thuiswerksituatie.
Een meerderheid van de respondenten (55%) geeft aan thuis productiever te zijn dan op kantoor. Gemiddeld beoordelen thuiswerkers de eigen productiviteit met een 7,7; de productiviteit op kantoor werd in de pré-coronaperiode met een punt lager beoordeeld, zo blijkt uit cijfers van het CfPB.
De ervaren productiviteit van thuiswerkers hangt blijkens het onderzoek We Werken Thuis onder meer samen met de werk-privé balans, de mate waarin men in staat is tot zelfmotivatie en het enthousiasme over het werk. Ook de eigen gezondheidssituatie en de betrokkenheid tussen collega’s spelen een rol.
Voorts valt op dat een hogere productiviteit gerapporteerd wordt door respondenten die tevreden zijn over thuiswerken. “Hier vonden we een sterk verband”, aldus CfPB-onderzoeker Bartele Hoekstra. “Ook zien we een relatie tussen de ervaren productiviteit en de mogelijkheid om thuis geconcentreerd te kunnen werken.”

Het onderzoek toont verder aan dat de thuiswerksituatie door bijna driekwart van de respondenten geschikt wordt geacht voor het uitvoeren van kantoorwerk; in 70% van de gevallen bevordert de thuiswerkplek de concentratie. Daar staat tegenover dat ongeveer een derde van de respondenten meldt dat het gezamenlijke werk lijdt onder thuiswerken.

[klik op afbeelding om infographic te vergroten]

Succesfactoren

Deze kennis is van groot belang voor kantoorhoudende organisaties, stelt CfPB-onderzoeker Hoekstra. Het leert organisaties onder meer dat het bewaken van de werk-privébalans bij medewerkers en het enthousiasmeren van medewerkers essentiële succesfactoren zijn. “Het doel van ons onderzoek is om organisaties en medewerkers praktische handvatten te bieden”, aldus de CfPB-onderzoeker. “We willen kennis verschaffen over de wijze waarop je thuiswerken het beste kunt implementeren. Dat is ook na de coronaperiode van groot belang. Uit ons onderzoek komt naar voren dat organisaties en medewerkers verwachten in de toekomst structureel meer gebruik te gaan maken van thuiswerken. Daarom zullen we de ervaringen op het gebied van thuiswerken ook na de corona-periode blijven onderzoeken.”

Van de respondenten uit het onderzoek We Werken Thuis geeft 82 procent aan na corona vaker te willen thuiswerken; 87 procent zou het niet erg vinden om verplicht een of twee dagen thuis te moeten werken. “We hebben ook gevraagd naar de hoeveelheid uren dat men thuis wil werken”, zegt Hoekstra. “Het aantal van 16 uur wordt het vaakst genoemd (meer dan 20%), gevolgd door 24 uur (circa 17%) en vervolgens 8 en 20 uur (circa 10%).”