Tot nu toe blijkt dat de meeste organisaties vooral hun ‘normale’ werkwijze van fysiek naar online gekopieerd hebben. Kijkend naar de vijf niveaus van virtueel werken (zie figuur) bevinden de meeste bedrijven zich op het tweede niveau: tijdelijk thuis online doen wat eerst op kantoor gebeurde. Veel – maar niet alle – werknemers zien de voordelen hiervan in: minder reistijd, productievere werkdagen en meer flexibiliteit.
Er is echter ook een keerzijde die steeds sterker voelbaar wordt, zoals meer stress, verminderde verbondenheid met de organisatie, langer werken en een verstoorde werk-privébalans. Dit heeft negatieve effecten op het ‘sociaal kapitaal’ van een organisatie. En daarmee op de belangrijkste succesfactoren zoals bedrijfscultuur, innovatiekracht, productiviteit en sociaal-professionele cohesie.
Juiste omgeving scheppen
“Voor veel organisaties is het kantoor dé plek waar men elkaar ontmoet, waar verbinding plaatsvindt, waar men creatief kan samenwerken,” aldus Wouter Oosting, Senior Director Workplace Strategy & Innovation bij CBRE. “De intrinsieke motivatie om dagelijks naar kantoor te gaan heeft veel minder te maken met productie, output en targets en juist alles met het verlangen om ergens bij te horen en onderdeel te zijn van een groter geheel. Kantoor moet hiervoor de juiste omgeving scheppen en zo verbinding en samenwerking faciliteren.”
Om goed te functioneren zouden we volgens Oosting naar niveau drie of vier moeten gaan, waarin werknemers meer asynchroon en distributed samenwerken. “Het maakt dan niet meer uit wie wanneer en vanaf welke plek werkt. Zolang iedereen maar van elkaar weet wat er moet gebeuren en wanneer alles klaar moet zijn. Daarbij moet per bedrijf – en bedrijfscultuur – goed gekeken worden naar de balans tussen de individuele behoeften van werknemers en de organisatie. Een goed ingerichte hybride werkplekstrategie die de voordelen van thuiswerken in stand houdt en de potentieel schadelijke nadelen ervan opheft, is van essentieel belang.”