- Waartoe: wat wil ik bereiken? Wat is het doel van mijn taak of opdracht?
- Hoe: op welke manier doe ik het werk? Welke afspraken en processen zijn er?
- Waarmee werk ik, welk gereedschap, welke apps en systemen heb ik nodig?
- Wie: met welke mensen werk ik samen? In welke vorm?
- Wat zijn ieders behoeften, verwachtingen en persoonlijke voorkeuren?
- Wanneer doe ik dat werk? Op welke dag en welke tijd?
- Waar doe ik dat werk is dan de laatste vraag. En het antwoord erop wordt bovendien vooral bepaald door de antwoorden op de andere vragen.
En die keuzes maak je op drie niveau’s, namelijk: (a) individueel, (b) per samenwerkingsvorm als ook (c) voor de hele organisatie. Hier licht hij ze alle drie toe.