In 2015 werkten bijna 3 miljoen van de 8,3 miljoen werknemers en zelfstandigen (36 procent) wel eens thuis of vanuit thuis. Van deze thuiswerkers doet 62 procent dat incidenteel. Dat wil zeggen dat ze op een ander adres dan hun huisadres werken maar ook wel eens – al dan niet op een vaste dag – thuis werken. Onder docenten komt thuiswerken het vaakst voor: 66 procent werkt incidenteel thuis.
De overige 38 procent van de thuiswerkers werkt gewoonlijk thuis of gebruiken de eigen woning als uitvalsbasis, zoals zelfstandige schrijvers of fotografen.
Meer overwerk en hogere werkdruk onder incidentele thuiswerkers
Incidenteel thuiswerkende werknemers werken beduidend vaker over (83 procent) dan niet-thuiswerkers (62 procent) en werknemers die gewoonlijk thuiswerken (67 procent). Het afmaken van (over)werk is voor veel werknemers die incidenteel thuiswerken de belangrijkste reden om thuis te werken.
Onder werknemers werken vooral managers, ICT’ers en docenten frequent incidenteel thuis. Zij werken ook vaak over en ervaren relatief vaak een hoge werkdruk. Ook zelfstandig ondernemers die incidenteel thuiswerken ervaren relatief vaak een hoge werkdruk, vaker dan werknemers.
Privé-werkbalans incidentele thuiswerkers het vaakst verstoord
Werknemers en zelfstandig ondernemers die weleens thuiswerken, werken niet alleen het meest over en kennen het vaakst een hoge werkdruk. Ze geven daarnaast het vaakst aan dat zij familieactiviteiten verwaarlozen vanwege het werk. Onder incidenteel thuiswerkende werknemers geeft 61 procent aan dat de gezinssituatie er weleens bij inschiet. Onder zelfstandig ondernemers die weleens thuiswerken, geldt dit voor bijna 70 procent.
Het werk heeft in het algemeen minder te lijden onder familie-activiteiten dan de familie onder het werk. Werkenden die incidenteel thuiswerken, geven ook nu weer het vaakst aan dat het werk lijdt onder privé-activiteiten: 36 procent van de werknemers en 51 procent van de zelfstandig ondernemers die incidenteel thuiswerken, verwaarloost het werk weleens vanwege de familie.