Voor HR-managers, werkplekstrategen, FM- en vastgoedmanagers is dit een waanzinnig interessante tijd. Op de korte termijn is het natuurlijk belangrijk om medewerkers perspectief te bieden dat ze op een veilige manier weer terug naar kantoor kunnen. Maar voor de middellange termijn is het belangrijk je huiswerk goed te doen in plaats van de strategie te bepalen op basis van generieke onderzoeken en anekdotisch bewijs over thuiswerken.

Inmiddels zitten we alweer in week 11 van het grootste thuiswerkexperiment ooit. Of is het week 12? Heel helder heb ik het niet meer; de dagen beginnen nogal op elkaar te lijken. Met nog een virtueel teamoverleg, meer klantpresentaties, webinars en dan al die Zoom-borrels. En om eerlijk te zijn: ik verlang terug naar kantoor. Maar dat lijkt aan mij te liggen, want de onderzoeken en opiniestukken waarin om het hardst wordt geroepen dat het allemaal prima gaat buitelen over elkaar heen met pakkende koppen als: “Helft van de Nederlanders wil ook blijven thuiswerken na Corona”, “Gaan we voorgoed out of office” en “Nooit meer terug naar kantoor”.

Thuiswerkervaringen

Allemaal leuk en aardig, maar ook weinig (of niet) onderbouwd. Hoe zit het nou echt? Vooropgesteld: een van de redenen waarom het hier inderdaad behoorlijk goed lijkt te gaan, is dat de Benelux koploper thuiswerken is*. En het lijkt erop dat we daardoor beter voorbereid het grootste thuiswerkexperiment zijn aangegaan dan andere landen. Wel is het zo dat 79% van de werknemers die al thuiswerkte dat voorheen slechts 1 dag per week deed, terwijl dat nu veelal 5 dagen per week is. Een behoorlijk verschil, dus hoe bevalt dat? We zijn het gaan onderzoeken en hebben nu al de thuiswerkervaringen opgetekend van meer dan 10.000 werknemers wereldwijd. Die kunnen we vergelijken met onze database van 740.000 respondenten die vertellen hoe zij hun kantooromgeving ervaren. En dat is uniek.

Conclusies onderzoek

Hoewel met name de ervaringen per organisatie en afdeling zeer interessant zijn – en natuurlijk ook per organisatie en afdeling verschillen –, kunnen we gelukkig ook al de eerste generieke conclusies trekken. Dit is wat we nu weten:

  1. De meeste organisaties hebben een fantastische prestatie geleverd door al hun werknemers thuis te laten werken.
  2. Met de productiviteit lijkt het op dit moment goed te zitten. Op de vraag of de thuisomgeving hun in staat stelt productief te werken, antwoordt 77,5% van de respondenten positief. Terwijl slechts 62,8% positief is over de kantooromgeving. Uiteraard verschilt dit sterk per organisatie en afdeling, en of iemand thuis een specifieke werkplek heeft kunnen creëren of niet.
  3. De grootste problemen die de werknemers bij het thuiswerken ervaren zitten in het gevoel van verbondenheid met de organisatie en het team, en ook de werk-privébalans gezond houden blijkt nog lastig. Over dit laatste is slechts twee derde positief.
  4. Sommige activiteiten gaan beter thuis, andere beter op kantoor. Voor “leren van anderen” en “informele sociale interactie” bijvoorbeeld geldt het laatste. Dit kan een enorme impact hebben op teams met bijvoorbeeld veel millennials of afdelingen met veel kennisuitwisseling (juridische zaken) of creatieve processen (marketing).
  5. Videoconferenties zijn belangrijker geworden dan telefoongesprekken. Logisch, zul je denken – en dat denken wij ook – maar zeker ook een conclusie met impact richting de toekomst.

Overwegingen voor de toekomst

Hoe de toekomst van het kantoor er vervolgens uitziet? Ook wij bij Leesman hebben geen glazen bol en daarbij: we zijn pas zo’n twaalf weken onderweg in dit ‘experiment’. Wel hebben we al een paar overwegingen voor de toekomst (hoewel het sentiment natuurlijk nog kan verschuiven):

  • Organisaties hebben medewerkers het vertrouwen gegeven thuis hun werk te doen. Dus medewerkers zullen eraan gewend raken om meer zelf te bepalen waar ze het beste welke activiteiten kunnen uitvoeren.
  • De rol van het kantoor in de toekomst is geen binaire discussie. De rol zal niet alleen ontmoeten en verbinden zijn. Concentratieactiviteiten kunnen wellicht beter thuis gebeuren, hoewel sommigen deze toch liever op kantoor blijven verrichten. En tussen meetings door zal iedereen tijd voor zichzelf willen hebben. De functie van het kantoor zal wel verschuiven en een toegevoegde waarde moeten hebben ten opzichte van thuiswerken.
  • Gedrag zal blijvend veranderen. Één voorbeeld: we zijn zo gewend geraakt aan bellen met beeld dat dit ongetwijfeld ook meer gaat plaatsvinden op kantoor. En dit heeft impact op de wifi, de ruimtes om dat te faciliteren en het gedrag van werknemers.

* Op basis van het Leesman-onderzoek onder meer dan 740.000 respondenten weten we dat 65% van de werknemers hier al ervaring had met thuiswerken ten opzichte van 48% van de werknemers wereldwijd.