Na een jarenlange daling zijn de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) en in ICT het afgelopen jaar weer substantieel toegenomen. De menselijke kant van innovatie blijft echter grotendeels onbenut.

Dit blijkt uit de jaarlijks uitgevoerde Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor, uitgevoerd onder leiding van prof.dr. Henk W. Volberda, hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid aan Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). Bij R&D-investeringen gaat het om een stijging van 2,1% naar 4,3% van de omzet en bij ICT een stijging van 2,0% naar 4,8% van de omzet.

Voor de succesvolle toepassing van nieuwe technologieën binnen bedrijven zijn investeringen in R&D echter onvoldoende. Er moet ook worden geïnvesteerd in human capital. Disruptieve technologieën zoals kunstmatige intelligentie, biotechnologie, Internet of Things, robotisering en 3D-printing zullen nieuwe economische groei mogelijk maken, maar kunnen ook leiden tot nieuwe sociale conflicten. Bedrijven met een relatief grote flexibele schil scoren hoger op disruptieve innovatie (+5,9%), radicale innovatie (+4,6%), en incrementele innovatie (3,6%) dan bedrijven met een beperkte flexibele schil. Echter, bedrijven met een grote flexibele schil investeren minder in R&D (-3,5% van de omzet) en ICT (-1,1% van de omzet).

Flexibele werktijden en werklocaties

Organisaties waarbij medewerkers veel mogelijkheden en eigen inbreng hebben met betrekking tot werktijden (flexibele werktijden) zijn productiever en zij hebben meer tevreden medewerkers. Flexibiliteit in de locatie waar gewerkt wordt (alternatieve locatie binnen het bedrijf, vanuit huis of elders werken) speelt daar geen voorname rol in. Organisaties die hoog scoren op flexibele werklocaties scoren juist hoger op radicale innovatie (nieuwe producten en diensten voor nieuwe markten) en disruptieve innovatie. In dit geval spelen flexibele werktijden juist geen voorname rol.