Drie kwart van de ondernemers geeft aan maatregelen te nemen om de productiviteit binnen hun bedrijf te verhogen. Meest genoemde maatregelen zijn investeringen in technologie en automatisering en het invoeren van efficiëntere processen. Trainingen voor medewerkers zijn het minst vaak genoemd als maatregel.

Dit meldt het CBS op basis van de Conjunctuurenquête Nederland van april 2024, die wordt gehouden in samenwerking met KVK, EIB, MKB-Nederland en VNO-NCW.

De arbeidsproductiviteit is de toegevoegde waarde per gewerkt uur. In ontwikkelde economieën is de toename van de arbeidsproductiviteit op de lange termijn de belangrijkste bron van economische groei. Uit eerder onderzoek is bekend dat de productiviteit in het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) structureel hoger ligt dan in het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

In het kleinbedrijf (5 tot 50 werkzame personen) is de productiviteit gemiddeld het laagst. In het grootbedrijf is de productiviteit sinds 2020 ook harder gegroeid dan in het midden- en kleinbedrijf.

Grootbedrijf neemt vaker maatregelen om productiviteit te verhogen

Binnen het kleinbedrijf ligt het aandeel ondernemers dat de productiviteit probeert te verhogen met ruim 65 procent lager dan in het middenbedrijf (ruim 78 procent) en het grootbedrijf (bijna 84 procent).

Maatregelen

Daarnaast geven ondernemers in het grootbedrijf vaker aan meer dan één maatregel te nemen om de productiviteit te verhogen. Zowel investeringen in technologie en automatisering als het invoeren van efficiëntere werkprocessen zijn de meest genoemde maatregelen.

Trainingen voor medewerkers worden met ruim 21 procent het minst vaak genoemd als maatregel. Optimalisatie van de werkomgeving en faciliteiten is de enige maatregel die grootbedrijven minder vaak noemen dan midden- en kleinbedrijven.

Ondernemers in de industrie nemen het vaakst maatregelen

Hoeveel ondernemers maatregelen nemen om de productiviteit te verhogen, verschilt per bedrijfstak. In de industrie geven ondernemers met iets meer dan 81 procent het vaakst aan maatregelen te nemen. In de cultuur, sport en recreatie ligt dat aandeel met 54 procent het laagst. Investeringen in technologie en automatisering wordt het vaakst genoemd in de industrie.

In de horeca wordt dit het minst vaak genoemd, daar zetten ondernemers vooral in op een optimalisatie van de werkomgeving en faciliteiten. Het aanbieden van trainingen voor medewerkers wordt het meest genoemd in de autohandel en -reparatie, het minst vaak in de landbouw, bosbouw en visserij.

Gebrek aan personeel belangrijkste belemmering

Voor bijna 40 procent van de ondernemers is een gebrek aan personeel de belangrijkste belemmering om de productiviteit te verhogen. Binnen de autohandel en -reparatie wordt dit het meest genoemd.

Externe factoren, zoals economische onzekerheid, zijn volgens ruim 17 procent van de ondernemers de belangrijkste belemmering. Vooral ondernemers in de delfstoffenwinning en de bouwnijverheid geven dit relatief vaak aan.

Iets meer dan 13 procent van de ondernemers geeft een gebrek aan financiële middelen aan als grootste knelpunt om de productiviteit te verhogen. In de landbouw, bosbouw en visserij wordt dit relatief vaak genoemd. Iets meer dan 36 procent van de ondernemers geeft aan geen belemmeringen te ervaren of geen maatregelen te nemen om de productiviteit te verhogen.