Dat blijkt uit het jaarlijkse HR-benchmark onderzoek van HR- en payroll dienstverlener Visma | Raet.
Medewerkers staan positiever tegenover het gebruik van voorspellende data wanneer het aankomt op onderwerpen als professionele ontwikkeling en productiviteit. Respectievelijk 56 en 47 procent vindt het te verantwoorden als daar voorspellende data voor wordt gebruikt. Werkgevers vinden het nog een stuk vanzelfsprekender dat zij dit mogen doen: van hen juicht respectievelijk 66 en 57 procent het gebruik van voorspellende data voor de professionele ontwikkeling en productiviteit toe.
“Het is en blijft een lastige discussie. Wanneer wordt data ingezet voor het verbeteren van de bedrijfsvoering en wanneer is er sprake van inbreuk op privacy?” Dat stelt Marco Winkel, HR Director bij Visma | Raet. “Data kan ontzettend nuttig zijn voor het maken van gefundeerde bedrijfsbeslissingen. Denk aan de inzet van de flexibele schil in tijden van drukte. Belangrijk is dat je als organisatie altijd open bent over welke data je verzamelt en wat je met die data doet. Door open en eerlijk te zijn, voorkom je onduidelijkheden op de afdeling en bied je medewerkers de kans om kritisch te zijn op het gebruik ervan. Luister goed naar hen, dat schept vertrouwen.”
‘Bemoeienis’ wordt tot op zekere hoogte geaccepteerd door medewerker
Naast de tendens over het gebruik van voorspellende data, is de houding tegenover bemoeienis vanuit de werkgever onderzocht. Werknemers vinden werkgeversbemoeienis op enkele vlakken acceptabel, bijvoorbeeld wanneer het aankomt op stressniveau (90%). Maar een stuk vaker vindt men dat de werkgever zich niet mag bemoeien. Over de volgende aspecten is volgens werkend Nederland bemoeienis niet wenselijk:
- Overgewicht (58%)
- Riskante hobby’s (54%)
- Vaccinaties (49%)
- Ongezonde levensstijl (46%)
- Gebruik van vakantiedagen (45%)
- Privéproblemen (39%)
- Werk-privébalans (21%)
- Aantal ziekmeldingen (14%)