De werkgever en de werknemer sluiten een arbeidsovereenkomst voor de duur van 18 maanden. De proeftijd bedraagt een maand. In de arbeidsovereenkomst is een opleidingskostenbeding opgenomen waarin onder meer is bepaald dat, als de werknemer de arbeidsovereenkomst voortijdig opzegt, hij de opleidingskosten volledig aan de werkgever moet terugbetalen. Al in de proeftijd zegt de werknemer de arbeidsovereenkomst op in verband met lange reistijd. De werkgever stelt dat de werknemer de opleidingskosten (ter hoogte van een bedrag van € 13.000) terug moet betalen.
Opzegging tijdens of buiten proeftijd
De Kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van een geldig opleidingskostenbeding. Daar er in het beding geen onderscheid is gemaakt tussen een opzegging tijdens de proeftijd of een opzegging buiten de proeftijd, geldt het opleidingskostenbeding in beginsel ook tijdens de proeftijd. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn er echter situaties denkbaar waarin het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de werknemer de volledige opleidingskosten moet terugbetalen als hij gedurende de proeftijd de arbeidsovereenkomst opzegt. Te denken valt aan de situatie waarin de reden voor de opzegging door de werknemer tijdens de proeftijd gelegen is in het verwijtbaar handelen van de werkgever.
Nu naar het oordeel van de kantonrechter de werkgever in de zaak geen enkel verwijt valt te maken, is toepassen van het opleidingskostenbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
Tip
Het is zeer belangrijk om een opleidingskostenbeding duidelijk te formuleren. Een helder opleidingskostenbeding kan ertoe leiden dat de werkgever opleidingskosten van de werknemer kan terugvorderen, zelfs als de arbeidsovereenkomst eindigt gedurende de proeftijd.