Investeren in persoonlijke ontwikkeling van werkenden moet als volwaardige arbeidsvoorwaarde worden aangemerkt. Afspraken over budgetten voor scholing en ontwikkeling worden dan als standaard onderdeel van het totale beloningspakket gerekend. Ook moet het belang van scholing op de werkplek beter onderkend worden. Dat stellen de gezamenlijke werkgevers, verenigd in VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN, in hun arbeidsvoorwaardennota voor 2019. 

In die nota ‘Klaar voor veranderend werk’ geven de werkgevers aan wat hun prioriteiten zijn voor het arbeidsvoorwaarden- en cao-overleg in het komende jaar.

Scholing en leren op het werk

Scholing is essentieel voor mensen zelf en het belang voor bedrijven neemt alleen maar toe in een steeds sneller veranderende wereld die nieuwe vaardigheden en kennis van mensen vraagt. Steeds meer cao’s en andere arbeidsvoorwaardenregeling kennen ook al een regeling waarmee werknemers geld voor duurzame ontwikkeling krijgen. De werkgevers willen deze regelingen nog veel zwaarder waarderen in het arbeidsvoorwaardenoverleg en er veel meer aandacht voor vragen nu kennis de belangrijkste concurrentiefactor is geworden. Ook moet volgens hen een groter deel van de loonruimte naar dergelijke regelingen gaan. Duurzame-inzetbaarheidsbudgetten blijven van de werknemer, ook als het (bedrijfs-)economisch minder goed gaat, want het belang van scholing hangt niet af van de conjunctuur en is een medeverantwoordelijkheid van werknemers zelf.

Gezamenlijk belang

Volgens de werkgevers is deze accentverschuiving in het arbeidsvoorwaardenoverleg in het belang van werkgevers en werknemers gezamenlijk. Beide partijen hebben er belang bij dat de beroepsbevolking geschikt is voor het beschikbare en veranderende werk. Met deze aandacht voor zowel de werknemers- als werkgeverskant van de arbeidsmarkt willen de werkgevers ook hun maatschappelijke rol benadrukken en hun wens om bij te dragen aan een stabiele samenleving en arbeidsverhoudingen. Hiermee doen zij een nadrukkelijke handreiking naar de vakbonden om te werken aan betere arbeidsverhoudingen. De werkgevers willen samen met de bonden komend jaar verkennen hoe bereikt kan worden dat het draagvlak onder werknemers voor ontwikkelingen rond arbeidsvoorwaarden verder kan worden vergroot.

Loon passend bij het bedrijf

Loonafspraken moeten ook het komende jaar passen bij de toestand in het betreffende bedrijf of de betreffende bedrijfstak. Dit is immers altijd maatwerk, want waar de ene sector floreert zijn er ook in de huidige conjunctuur bedrijven en sectoren waar grote verschillen bestaan qua winstgevendheid en concurrerend vermogen. Daarmee willen de werkgevers voortzetting van de praktijk van de afgelopen jaren met aanzienlijke verschillen tussen de afzonderlijke sectoren. Daarnaast bepleiten de werkgevers veel meer gebruik van resultaatafhankelijk belonen om te voorkomen dat in slechte tijden loonkosten een molensteen voor bedrijven worden. Zo kan de beloning ook beter mee-ademen met de conjunctuur. Om de inzetbaarheid van mensen goed te houden nu steeds langer gewerkt moet worden vanwege de AOW-leeftijd, pleiten de werkgevers voor een slimmer gebruik van de bestaande mogelijkheid van deeltijdpensioen.

Terugblik 2018

Afgelopen jaar werden meer dan 350 cao’s gesloten voor in totaal 2,3 miljoen werknemers. Gemiddeld bedroegen de loonafspraken in 2018 2,35 procent.