De crisis heeft stiekem toch een positief effect op de Nederlandse werkvloer. Een kwart van de werknemers heeft zich sneller ontwikkeld doordat ze meer of ander werk verricht hebben tijdens de recessie. Vele werknemers hebben meer taken gekregen die in het verlengde liggen van hun eigen werk. De zogenaamde ‘recessiegroeier’ is opgestaan.

Dit blijkt uit onderzoek van de Randstad Werkmonitor, uitgevoerd door Blauw Research, onder 810 werknemers in loondienst.

De recessiegroeiers zijn volgens de onderzoekers vooral jonge werknemers, < 30 jaar. De groei ligt op vakinhoudelijk en persoonlijk gebied en is opgedaan doordat tijdens de crisis extra inspanningen zijn verricht op hun werkterrein. Een op de vijf recessiegroeiers heeft concreet geprofiteerd van hun groei, doordat ze tijdens de crisis een hogere functie hebben gekregen.

 

Geen doorgroeimogelijkheid is afscheid

Als werkgever moet u oppassen dat de recessiegroeier geen afscheid neemt van uw bedrijf. Een meerderheid van de recessiegroeiers, 58 procent, zegt namelijk van baan te willen veranderen als ze ergens anders sneller kunnen groeien.

Ruim acht op de tien werknemers willen zich de hele loopbaan blijven ontwikkelen. Opvallend is dat vier op de tien niet weten welke ontwikkelmogelijkheden er eigenlijk zijn in het bedrijf. Bijna alle werknemers vinden dan ook dat de werkgever verplicht is om de werknemer te ondersteunen in de ontwikkelingen. Wel vinden ze dat het initiatief bij henzelf ligt.