Wat moeten mensen en organisaties doen om in een langere loopbaan inzetbaar te blijven? Hoe kun je het vermogen om prestaties te leveren die er hier en nu toe doen, onderhouden of versterken, ook op latere leeftijd, en in een langere loopbaan? In het promotieonderzoek van Steemers wordt het gangbare denken over leeftijd, loopbaan en inzetbaarheid getoetst. Het blijkt dat de inzetbaarheid van medewerkers over het geheel genomen al vanaf ongeveer het 38ste-40ste jaar terugloopt.
Cognitieve flexibiliteit
Steemers toonde aan dat de gebruikelijke ‘employability’-maatregelen zoals functiewijziging, beperking van ervaringsduur en training en opleiding, amper of niet bijdagen aan behoud of versterking van prestatievermogen. Medewerkers die hun eigen doen en denken kritisch bezien, en vervolgens afstemmen op actuele vereisten, blijken beter inzetbaar te blijven. Deze eigenschap noemen we cognitieve flexibiliteit. Dit stelt mensen in staat om het nieuwe te herkennen en hun handelen daarnaar te richten. Dankzij cognitieve flexibiliteit kunnen medewerkers hun mentale bagage actueel en relevant houden.
Onderhoud mentale bagage
Steemers zegt dat organisaties cognitieve flexibiliteit kunnen bevorderen. Stimulering van een zekere gretigheid om nieuwe ontwikkelingen te begrijpen en medewerkers laten meedenken met wat de chef onder handen heeft, houden het denken in beweging. Verder lijkt het doeltreffend om medewerkers tijdig aan te spreken op dreigend verlies van inzetbaarheid, vooral in de middenfase van de loopbaan. Praktiserende psychologen kunnen bijdragen door ontwikkeling en uitvoering van pit stops of onderhoudsprogramma’s, gericht op actualiteit en relevantie van de mentale bagage van medewerkers.