![](https://hrpraktijk-uploads.storage.googleapis.com/app/uploads/2013/02/spelfout_0.jpg)
Er zijn veel mensen die problemen hebben met spellen, bijvoorbeeld met d’s en t’s. De maatschappij verwacht dat je dit ‘al op je achtste hebt geleerd’. Hierdoor durven mensen het probleem niet aan te kaarten. Bos: “Spelfouten in een sollicitatiebrief van potentiële medewerkers worden niet geaccepteerd. Eenmaal toch door de selectieprocedure heen gekomen, zijn de mogelijkheden om intern je verder te ontwikkelen en eventueel door te groeien beperkt. Het maken van spelfouten wordt beschouwd als onkunde of domheid.” Door tijdsgebrek en onderkenning van het probleem is er binnen vervolgopleidingen en bedrijven vaak geen mogelijkheid om het (nogmaals) goed te leren. Mensen die moeite hebben met spellen schamen zich omdat het niveau van spellen niet in één lijn ligt met hun andere capaciteiten.
Persoonlijk bespreken
Dit brengt onzekerheid en nervositeit met zich mee. Volgens Van Alphen wordt het taboe alleen maar groter. Door bezuinigingen op communicatieafdelingen en secretaresses wordt er steeds meer taligheid verlangd van medewerkers. Ook wordt de onzekerheid gevoed door de belangrijke rol die schriftelijke communicatie heeft gekregen met de opkomst van e-mail en social media. Om het taboe rondom het maken van spelfouten te doorbreken, pleiten Bos en Van Alphen voor het niet-veroordelend signaleren van het spellingsprobleem bij de medewerker. “Het persoonlijk bespreken van het probleem binnen de organisatie zorgt al voor een afname van het taboe,” aldus Van Alphen. Verder moet de medewerker zich realiseren dat wanneer hij d’s en t’s door elkaar haalt het de aandacht afleidt van zijn schriftelijke boodschap. Aan de andere kant moet de organisatie de medewerker aanmoedigen en ondersteunen in het ondernemen van serieuze stappen om het spellingsprobleem aan te pakken. Bos: “Spellen is een vaardigheid die je makkelijk kunt leren. Wanneer iemand toegewijd het spellingsprobleem aanpakt, is het goed en snel te verhelpen. De geloofwaardigheid van de medewerker neemt toe en daarmee zijn kansen op de arbeidsmarkt.”