Bijna een derde van de nieuwe bestuurders bij beursgenoteerde bedrijven was een vrouw. Een jaar eerder was dit nog maar 13 procent. Dit blijkt uit de jaarlijkse Female Board Index zo meldt de NOS. Het wettelijke quotum helpt dus. Derk Koole, business leader career bij Mercer ziet wel dat vrouwen vooral worden ingezet op de HR-portefeuille: ze stromen beter door op de ‘ondersteunende functies’ dan op de businessrollen in de raden van bestuur.

Met de komst van meer vrouwen begint de mannelijke cultuur binnen raden van bestuur en van commissarissen langzaam te veranderen zo ziet Koole. “Vrouwelijke bestuurders worden vaker gevraagd zich op personeelsbeleid en dus ‘mensen’ te richten; veelal gezien als meer vrouwelijke onderwerpen. Desondanks is de toename van het aantal vrouwelijke bestuurders een stap in de goede richting. De cijfers laten namelijk zien dat wettelijke verplichtingen helpen. De goede ontwikkeling is in gang gezet en veranderingen hebben nu eenmaal tijd nodig.”

‘Er is nog ruimte voor groei en daar spelen werkgevers een belangrijke rol in’

Verdiepen in ambities medewerkers

Om die verandering door te zetten, is bewustwording bij werkgevers nodig: veel vrouwen onderbreken hun carrière vanwege een zwangerschap en werken daarna vaak minder. Koole: “Vrouwen nemen thuis nog altijd de meeste zorgtaken op zich. Dat maakt de spoeling voor beursgenoteerde bedrijven relatief dunner, want vrouwelijke werknemers worden zo niet klaargestoomd voor grotere rollen. Maatregelen als extra partnerverlof bij geboorte helpen: het stimuleert mannen om meer te gaan zorgen. Dit zorgt voor een gelijker speelveld voor mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.”

Sturende wetgeving is zinvol om veranderingen in te zetten. Toch moet het uiteindelijke verschil vervolgens worden gemaakt door werkgevers aldus Koole. “Zij moeten vrouwen actiever helpen om door te groeien binnen de organisatie. Werkgevers moeten zich bewust zijn van bepaalde genderpatronen, en deze vervolgens doorbreken. Dat doen ze door werk, beoordeling en promotie zo in te richten dat iedereen – ongeacht gender en kinderwens – in gelijke mate kan groeien en ontwikkelen.”