Jezelf blijven ontwikkelen en scholen worden steeds belangrijker. Dat is in het belang van het individu, de samenleving én de Nederlandse economie. Maar hoe organiseren we dat? Onder meer door elke Nederlander na afronding van het initiële onderwijs een individuele leerrekening te geven. Gevuld door overheid, werkgevers en werknemers.

Dat is althans een van de vijf aanbevelingen van de Commissie Vraagfinanciering mbo. De commissie onder leiding van econome en oud-politica Jolande Sap kreeg het verzoek om te onderzoeken of vraagfinanciering ook in het mbo een geschikt instrument is om een leven lang leren te versterken. Ondanks alle discussie en beleid nemen volwassenen met een opleiding tot en met mbo-niveau 4 namelijk minder deel aan scholing dan tien jaar geleden. Van de hoger opgeleiden volgt 50 procent een cursus, maar onder lager opgeleiden is dat gedaald tot slechts 20-30 procent.

Sap: “Onderzoek van de commissie wijst uit dat het niet aan de motivatie ligt. Het heeft te maken met geld, tijd, het aanbod en gebrek aan stimulans. Voor een echte doorbraak is een totaalaanpak nodig, waarbij al deze aspecten worden meegenomen.”
Volgens de econome is een stevige ambitie en een cultuuromslag nodig. “Leren moet een vanzelfsprekend onderdeel van het leven zijn, ongeacht je opleidingsniveau. Doorleren wordt de nieuwe sociale zekerheid van deze tijd. Ontwikkelen móet in een tijd van razendsnelle technologische verandering. Vraagfinanciering is hierbij het meest effectieve instrument. Daarbij koppelen we de financiële middelen direct aan degene die scholing volgt. We hopen dat dit voorstel en ons geraamde budget worden opgenomen in het Regeerakkoord.”

De vijf aanbevelingen uit het rapport Doorleren Werkt:

1. Elke Nederlander krijgt na afronding van het initiële onderwijs een individuele leerrekening, toegankelijk via DigiD. De rekening wordt gevuld door de overheid, werkgevers en werknemers. Het geld is bedoeld voor scholing en ontwikkeling. Gemiddeld gaat het om een bedrag van 40.000 euro per persoon, gedurende de arbeidsloopbaan vrij te besteden aan opleidingen.

2. Doorbreek de verkokering in het beleid door een deltacommissaris te benoemen die de regie krijgt over alle overheidsmiddelen voor leven lang leren. Hij of zij zorgt dat er een nationaal scholingspact komt en jaagt de uitvoering in de regio’s aan.

3. Stel een gezamenlijke ambitie en maak daarover afspraken tussen overheid, werkgevers, werknemers, opleidingsinstellingen en regio’s in het nationaal scholingspact. Het pact beslaat twee kabinetsperiodes. In elke periode wordt het overheidsbudget voor leven lang leren verhoogd met 600 miljoen euro, onder voorwaarde dat werkgevers bereid zijn eenzelfde investering te doen.

4. Stimuleer een regionale ondersteuningsstructuur met kennis van de arbeidsmarkt en scholingsmogelijkheden in de regio. Deze ondersteuning staat dicht bij de mensen zelf en biedt waar nodig een steun in de rug.

5. Benut alle vormen van leren door drempels in wet- en regelgeving voor een flexibel scholingsaanbod voor volwassenen te slechten en afspraken te maken over voldoende leerbanen. Opgedane kennis en ervaringen worden inzichtelijk gemaakt in een digitaal competentiepaspoort, een DigiCV. Volwassenen behouden hun leven lang het recht om een startkwalificatie te behalen of hun taalvaardigheden op niveau te brengen.

Bron: magazine on the spot