Dit blijkt uit onderzoek van Sharp onder 6.045 kantoormedewerkers in Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Italië, Zweden, Polen, Nederland, Tsjechië en Hongarije. In totaal namen 504 Nederlandse respondenten deel aan het onderzoek. Negativiteit over de werkomgeving wordt versterkt door veel saai administratief werk, de onvindbaarheid van documenten op hun computer en aan collega’s die documenten verplaatsen of nieuwe mappen aanmaken zonder duidelijke structuur.
Werknemers hebben bovendien flink wat aan te merken op de technologie van hun kantoor. 40% van de Nederlandse medewerkers vindt dat de technologie op kantoor hen belemmert en een bijna even hoog percentage (39%) geeft aan liever de eigen apparaten zoals laptops en telefoons te gebruiken dan de apparaten van de werkgever.
Invloed op motivatie
Een hoge negativiteit heeft ook sterke invloed op de motivatie van werknemers. Slechts 22% van de respondenten beschouwt hun werkomgeving als motiverend en bijna een kwart van de Nederlandse kantoormedewerkers beschrijft zijn kantoor als ‘niet inspirerend’. Ondanks de teleurstellende percentages staat Nederland wel op de derde plaats van Europa. Alleen Frankrijk en Zweden halen meer motivatie uit hun werkomgeving. Ook staat Nederland op een derde plek met betrekking tot tevredenheid over de technologie van de werkomgeving. Hier zijn Polen, Duitsland en Italië het ongelukkigst en Tsjechië is het positiefst.
Millennial-generatie
Kantoormedewerkers die tot de zogenoemde Millennial-generatie behoren (geboren na 1982), zijn iets kritischer op de technologie in hun werkomgeving dan hun oudere collega’s. 33% van deze generatie – die geen werkend leven zonder Google kent – zegt meer gemotiveerd te zullen zijn als het kantoor over meer up-to-date technologie beschikt. Over alle leeftijden heen bedraagt dit percentage 28%.
“Het gebrek aan motivatie op de Europese werkvloer is alarmerend te noemen,” aldus een van de onderzoekers. “We zijn in Nederland gelukkig nog relatief gemotiveerd in vergelijking tot andere Europese landen, maar er is zeer zeker ruimte voor verbetering. Het is aan te raden goed te inventariseren welke tools en apparaten werknemers echt van dienst kunnen zijn. Vlak daarbij zeker de jongere werknemers niet uit: in de komende tien jaar zullen zij uitgroeien tot de meerderheid van ons personeel en we kunnen veel van hen leren.”