Talent zus, talent zo……. De term ‘talent’ wordt als gevolg van schaarste aan hoogopgeleid personeel en vergrijzing op de arbeidsmarkt steeds vaker gebruikt. Talentmanagement staat hoog op de agenda van menig organisatie. Maar wat is talent nu precies? En hoe kunnen organisaties talent effectief stimuleren?

Talentmanagement wordt doorgaans in een adem genoemd met talentontwikkeling en talentontplooiing. Ze dienen echter verschillende doelen. Talentontwikkeling richt zich op de effectiviteit van een persoon en talentmanagement op de effectiviteit van een organisatie. Talentontwikkeling is een onderdeel van talentmanagement en bedoeld om de kwaliteiten van mensen naar boven te brengen en te laten groeien. De term ‘talent’ kent in de praktijk verschillende betekenissen. Sommigen gebruiken de term als synoniem voor kwaliteiten, anderen gebruiken het als aanduiding voor high potentials en high performers. De Dikke van Dale omschrijft talent als ‘een natuurlijke begaafdheid’ of ‘aanleg‘. Wikipedia definieert talent of begaafdheid als ‘een bijzonder goed ontwikkelde eigenschap van een bepaald persoon‘. Deze eigenschap is aanwezig in de persoon, maar hoeft niet altijd zichtbaar te zijn. Een prachtige stem moet zich eerst laten horen. Leiders zullen hun mensen moeten stimuleren om begaafdheid zichtbaar te maken.


Talent = potentieel x motivatie x stimulans

Het hebben van talent alleen is niet voldoende. Motivatie en stimulans zijn voorwaarden om talent te ontplooien. Motivatie komt van binnenuit vanuit drijfveren. Stimulans van buitenaf vanuit beloning en waardering. Beide factoren versterken de wilskracht om het eigen potentieel ten volle te benutten. Talentontwikkeling is niet alleen aan organisaties voorbehouden. Het speelt een rol op scholen, in de opvoeding, op sportverenigingen. Het stimuleren van passie en aanleg is de basis voor het zichtbaar maken van talent. De omgeving speelt hierin een cruciale rol.

Een mooi voorbeeld van de kracht van stimulans komt naar voren in de film Billy Elliot. De film gaat over een 11-jarige jongen die onder druk van zijn omgeving op boksles gaat. Billy vindt er echter niets aan. Op een dag kijkt hij bij een balletles. Billy besluit onder druk van de meisjes mee te doen. In het begin voelt hij zich niet op zijn plaats, maar uiteindelijk komt zijn passie voor dansen naar boven. Billy doet er alles aan om de balletlessen verborgen te houden voor zijn vader, maar die komt er uiteindelijk achter en is woedend. Dankzij de steun van zijn beste vriend en zijn balletlerares zet Billy door. Zijn vader is razend, totdat hij zijn zoon ziet dansen! Vanaf dat moment heeft hij er alles voor over om zijn zoon gelukkig te maken.


Talentontplooiing en drijfveren

Net als Billy Elliot weet niet iedereen waar zijn of haar talenten liggen. Het ontdekken van talent is een proces. Organisaties zouden dit proces vanuit talentmanagement moeten faciliteren. Mensen functioneren effectiever als de eisen die het werk stelt aansluiten bij de innerlijke drijfveren. Dat lijkt eenvoudig, maar de praktijk is weerbarstiger. Mensen weten lang niet altijd waar hun drijfveren liggen. Dat komt omdat de innerlijke motieven in het onbewuste zetelen. We denken niet na over onze motieven, totdat we ermee geconfronteerd worden. Bijvoorbeeld omdat we iets moeten doen dat indruist tegen onze normen en waarden. Dan worden drijfveren ineens bewust. Zo paste het ‘vechten’ tijdens de boksles niet bij de drijfveren van Billy Elliot. Hij werd wel gestimuleerd, maar voelde geen motivatie.


Drijfveren in beeld

Carl Jung ging ervan uit dat de menselijke psyche bestaat uit een bewuste en een onbewuste laag. Jung vergelijkt de persoonlijkheid met een ijsberg waarvan een deel boven water ligt en het grootste gedeelte onder water ligt. Het gedeelte ‘boven water’ is bewust, het persoonlijk bewustzijn. Het gedeelte ‘onder water’ is onbewust. De bewuste laag vertegenwoordigt het ego en is het ideaalbeeld van onszelf. De onbewuste laag vertegenwoordigt eigenschappen die we niet willen laten zien of die we nooit hebben ontmoet of geleerd. Juist de onbewuste processen hebben een grote invloed op het denken en handelen van mensen. Daar ligt de sleutel voor talentontwikkeling. Talenmanagement zou moeten voorzien in een methodiek die de onbewuste drijfveren van mensen in kaart brengt.


Verbinding tussen talent en werk

Nu wordt vooral gestuurd op gedrag en competenties die zichtbaar zijn. Het zichtbare gedrag is echter slechts het topje van de ijsberg. Billy Elliot wist niet dat hij zo goed kon dansen totdat hij er bewust van werd, omdat hem de kans werd geboden zijn danskwaliteiten te laten zien. Bij mensen in organisaties werkt het net zo. Zolang je als leider een beroep doet op de competenties die horen bij de functie van de medewerker, beperk je hem of haar in de mogelijkheid om andere talenten te ontdekken. De kunst van talentontwikkeling ligt in het vermogen van de organisatie om de drijfveren van mensen naar boven te halen en het werk daarop aan te sluiten. Dit vraagt de nodige flexibiliteit. Functieomschrijvingen en vaste structuren moeten plaatsmaken voor autonomie en zelfsturing. En organisaties zullen meer aandacht en tijd moeten investeren in talentontplooiing. Dus niet alleen opleiden, maar ook analyseren en inventariseren.


Talentsessie

Het maken van talentanalyses helpt om de kwaliteiten van medewerkers te ontdekken en te alloceren. Wil je meer weten over het maken van talentanalyses en de waarde voor talentmanagement? Meld je dan aan voor de gratis talentsessie  ‘Talent op de juiste plek!’ op 7 november 2013 bij Zpot in De Meern.