Allen hebben ze hetzelfde doel: talent in de organisatie optimaal benutten en ontwikkelen. Tijdens de talentsessie op 7 november jongstleden hield Hubé pleidooi voor een integrale benadering van strategische talentplanning.
De opmars naar strategisch HR vraagt om een integrale businessbenadering met talentplanning als centraal thema. Talentplanning is de samensmelting van strategische personeelsplanning en talentontwikkeling. Jim Collins toonde de kracht van het juiste talent al aan in zijn boek ‘Good to Great’. Het zijn de mensen die het verschil maken. Hubé werkt met twee principes uit het gedachtegoed van Jim Collins: ‘eerst wie….dan wat’ en het ‘egelprincipe’. Het komt er op neer dat organisaties die duurzaam geweldig presteren eerst de beste mensen om zich heen verzamelen en daarna pas de strategie bepalen. Daarnaast leven ze de essentie van hun bestaansrecht vanuit een gezamenlijke passie, erkenning van talent en het benutten van de economische motor.
Strategische talentplanning
Talentplanning begint volgens Hubé met het kennen van de essentie op het niveau van de organisatie en van het individu. Niet de strategie dient als uitgangspunt, maar de gemeenschappelijke passie en talenten in de organisatie. Daar komt de brandstof voor de economische motor vandaan. Zonder passie en strategie loopt de motor vast. Strategische talentplanning vergt een kwalitatieve analyse van het personeelsbestand met enerzijds aandacht voor werkcontext en anderzijds voor talentontwikkeling. De combinatie van beide aspecten leidt tot een efficiënter HR proces. Dat scheelt een hoop afstemming en coördinatie met HR specialisten en management over effectieve en duurzame inzetbaarheid. Talentplanning is dus de essentie van HR.
Werkcontext
Strategische talentplanning gaat over competenties en potentieel en over werkcontext. Een talentvolle projectmanager kan uitstekend functioneren maar zal dat niet vanzelfsprekend doen in iedere willekeurige werkomgeving. De waardering voor de werkcontext is van directe invloed op werkprestatie en werkplezier. Strategische talentplanning zou daarom ook een werkcontextanalyse moeten faciliteren. Het Dantefactor kompas is een gevalideerde test die de mate van werkeffectiviteit in kaart brengt in relatie tot acht werkcontextfactoren waaronder leiderschap, mate van autonomie, collegialiteit en doorgroeimogelijkheden. Hoe hoger de Dantefactor, hoe hoger de werkeffectiviteit. De Dantefactor geeft concrete handvatten voor het verbeteren van de waardering voor de werkcontext. Talent komt daardoor beter tot zijn recht.
Talentanalyse
De werkcontextanalyse legt de basis voor de centrale stap in talentontwikkeling: de talentanalyse. Bij een talentanalyse worden op individueel niveau en op collectief niveau drijfveren en competenties in kaart gebracht. Het Me. talent assessment is een unieke persoonlijkheidstest die met behulp van beeldmateriaal en tekst de onbewuste drijfveren (archetypes) van mensen en hun competenties in beeld brengt. Het maakt zichtbaar waar het groeipotentieel ligt en laat zien of de talenten van mensen goed aansluiten op het werk. Het Me.model maakt onderscheid tussen natuurlijke kracht en kwetsbare kracht. Onder hoge druk leidt kwetsbare kracht tot problemen. Men vestigt er de aandacht op en gaat deze competenties als ontwikkelpunten beschouwen. Veel energie in opleiding & training gaat hierdoor verloren. Het is de kunst om de competenties te trainen die in een positieve relatie staan tot persoonlijke drijfveren. Dan wordt talentontwikkeling effectief.
Strategische talentplanning maakt zichtbaar waar het pure groeipotentieel ligt en brengt in kaart aan welke knoppen de organisatie kan draaien om mensen in hun kracht te zetten. Het voorkomt verspilling en legt effectief verband tussen talent en werk.