Het personeelsbeleid binnen de overheid, het onderwijs en de zorg is hard aan vernieuwing toe. Het op grote schaal gedogen van ondermaatse prestaties, karige beloningen voor uitmuntende prestaties, en een weinig inspirerend management zorgen ervoor dat de rek er bij het bestaand personeel grotendeels uit is en nieuw energiek talent voor het bedrijfsleven kiest.

Dit stelt prof.dr. Robert Dur in zijn oratie Motiveren, belonen en presteren in de publieke sector, waarmee hij donderdag 8 oktober 2009 het ambt aanvaardt als bijzonder hoogleraar van Economie van prikkels en prestaties vanwege de Vereniging Trustfonds EUR aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Hart voor de publieke zaak

Door het behoedzame en op gelijkheid gerichte personeelbeleid laten veel getalenteerde en energieke werknemers de publieke sector links liggen en kiezen voor een baan in het bedrijfsleven. Gelukkig zijn er ook veel mensen met hart voor de publieke zaak, zogenaamde intrinsiek gemotiveerde mensen, die ondanks dit personeelsbeleid voor de publieke sector kiezen. De publieke sector in Nederland doet echter een dusdanig groot beroep op de intrinsieke motivatie van haar werknemers, dat deze bron nagenoeg uitgeput is, met name onder werknemers die al wat langer in de publieke sector werken.

Beleidswijzigingen

Het is daarom tijd voor beleidswijzigingen, zoals het jaarlijks houden van beoordelingsgesprekken (al is het maar om mensen te complimenteren), meer differentiatie in het toekennen van periodieken, het beter letten op managementvaardigheden bij het bevorderen van mensen tot leidinggevende, en meer gebruik maken symbolische beloningen (bijvoorbeeld door aansprekende functienamen). De maatregelen kunnen het best gefaseerd uitgerold worden, zodat een gedegen evaluatie van effecten mogelijk is.