Welk effect heeft de communicatie van een arts op de patiënt? In welke mate draagt empathie bij aan het welzijn van de patiënt en hoe ziet empatisch gedrag er dan uit? Om deze en andere vragen draaien de onderzoeken van Liesbeth van Vliet van de Universiteit Leiden. In de Week van de soft skills ging Marijn de Geus van Faculty of Skills met haar in gesprek.

Liesbeth van Vliet werkt sinds 2019 als KWF Young Investigator / Universitair Docent bij de afdeling Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie van de Universiteit Leiden. Daarnaast heeft ze gastaanstellingen bij het OLVG Amsterdam en het Nivel. In 2019 ontving ze de Dutch L’Oreal-UNESCO For Women in Science Award.

Wat onderzoek je precies?

“Mijn collega’s en ik doen onderzoek naar hoe communicatie patiënten kan helpen en kan schaden, en dan vooral wanneer ze geconfronteerd worden met een ernstige, vaak ongeneeslijke ziekte. Op dat moment is empathie een van de krachtigste tools die zorgverleners hebben om patiënten te helpen helen. We hebben onderzocht wat vrouwen met uitgezaaide borstkanker vonden van hun oncoloog, hoe empathisch ze hem of haar vonden. We ontdekten dat vrouwen minder angstig en gestresst en meer tevreden waren, naarmate dat ze vonden dat hun arts empathischer was.”

Wat gebeurt er als een arts op een empathische manier communiceert?

“Het eerste wat gebeurt is dat de patiënt zich beter gaat voelen. We zien in verschillende onderzoeken dat de spanning bij de patiënt wegebt op het moment dat de arts in een gesprek empathie toont. Het gaat dan vooral om de gesprekken waarin mensen echt gespannen en bang zijn, bijvoorbeeld voor een uitslag. We zien dat die spanning afneemt op het moment dat de arts op een empathische manier communiceert. Patiënten voelen zich beter.”

De tekst gaat verder onder de video

Zou je empathische communicatie van de arts als een soort pijnstiller kunnen zien?

“Ja, ik vind dat eigenlijk wel een mooie omschrijving, zeker als je ‘pijn’ wat breder ziet dan alleen fysieke pijn. Ik doe veel onderzoek naar palliatieve zorg, dus zorg voor ongeneeslijke zieke mensen. Daar wordt vaak gesproken over ‘totale pijn’ waarmee niet alleen de fysieke pijn, maar ook pijn op sociaal, emotioneel, spiritueel, en psychologisch gebied bedoeld wordt. En als je dan kijkt naar het effect van empathische communicatie op angst en onzekerheid, dan kun je wel stellen dat die totale pijn er een beetje door wordt gestild.”

Zou het dan ook nog invloed kunnen hebben op het fysieke genezingsproces, of de vertraging van een ziekteproces?

“Dat is een ingewikkelde vraag. Ik doe voornamelijk onderzoek naar ernstige ziektes, en ik zou nooit zeggen dat door een empathische arts ineens een tumor niet meer groeit. Maar als je je beter voelt, en je hebt het gevoel dat je beter met je ziekte kunt omgaan en minder angstig bent, is dat eigenlijk net zo’n belangrijke uitkomst. Het gaat niet alleen om kwantiteit, maar ook om de kwaliteit van leven.”

Hoe doe jij je onderzoek? Het lijkt me lastig dat te doen met echte patiënten.

“Klopt, je kunt dit niet in een klinische setting manipuleren, je kunt mensen niet doelbewust suboptimale communicatie geven. Daarom gebruiken we een heel scala aan onderzoeksmethoden, waaronder interviews en vragenlijsten. Maar we maken ook video- of audio-opnames waarbij we achteraf aan de patiënt vragen hoe het voelde, of wat ze onthouden hebben. Die informatie kun je natuurlijk heel goed vergelijken met wat er echt is gebeurd in het gesprek. En we doen meer experimenteel onderzoek waarin we filmpjes maken van een gesprek tussen een arts en een patiënt, waarin we één klein stukje veranderen in het script. Je hebt dan dus twee gesprekken die helemaal hetzelfde zijn, maar in de ene video zit een stukje empathie dat niet in de andere video zit. Die video’s laten we zien aan mensen die zich inleven in de patiënt. Als ze zich vervolgens anders voelen na het bekijken van de video met empathie, dan weet je dat het dus daardoor komt.”

Wat is dan eigenlijk ‘een stukje empathie’?

“Dat kan van alles zijn. We kijken vaak naar gedragingen die helemaal niet heel ingewikkeld zijn, die ook niet veel tijd kosten, maar die wel een effect kunnen hebben op de patiënt. Artsen hebben maar 10 of 15 minuten, het moet kort en krachtig zijn, en het moet er voor zorgen dat mensen zich beter gaan voelen. In een onderzoek -uitgevoerd door collega’s- was het bijvoorbeeld alleen maar de mate van oogcontact die de arts had. Of de mate waarin de arts iemand kan geruststellen. We hebben onderzocht wat mensen nog hoop kan geven op het moment dat ze niet meer kunnen genezen. En daaruit bleek dat een zinnetje als ‘Ik ga goed voor je zorgen en ik laat je niet alleen’, ontzettend veel deed. Maar ook iets simpels als zitten in plaats van staan. In Amerikaans onderzoek bleek dat gesprekken korter duurden als de arts even ging zitten, maar als langer en positiever werden ervaren.”

Werkt het ook andersom? Heeft non-empathie ook een negatief effect?

“Klachten over communicatie staan eigenlijk altijd wel in de top drie van klachten over de gezondheidszorg. Maar tot nu toe weten we heel weinig over welk type communicatie patiënten nou echt schaadt. Daarom zijn we ook begonnen met onderzoek hiernaar.”

Wat vinden artsen ervan? Vinden ze het niet te soft?

“Mijn beeld is dat mensen er best in geïnteresseerd zijn. Iedere zorgverlener wil mensen helpen. Juist omdat we bewijzen vinden wordt het harde wetenschap en ik denkt dat dat zorgverleners erg aanspreekt.”

Is er ook iets wat we van patiënten kunnen verwachten?

“Ik denk dat je het gewoon kunt zeggen als iets heel belangrijk is voor jou als patiënt. Een arts wil jou zo goed mogelijk helpen, dus als jij dat duidelijk aangeeft kan de arts daar op afstemmen. Proactief zijn daarin kan geen kwaad, ook al is dat een beetje spannend misschien. Probeer het maar gewoon eens. Ik denk dat patiënten nog verrast zullen zijn door hoe de arts daarop reageert.”